Alpenweer

Betrouwbaar weersvoorspellingen

Op veel websites worden de weersverwachting en sneeuwvoorspellingen prachtig gepresenteerd en vaak tot wel 14 dagen vooruit. Maar hoe betrouwbaar zijn deze voorspellingen? Veel mensen kijken regelmatig of het gaat sneeuwen als ze eenmaal geboekt hebben en dat is ook heel begrijpelijk. Toch is het zo dat je tot maximaal 5 dagen vooruit een redelijke voorspelling kunt doen en dan nog is het in de Alpen altijd maar afwachten. Kijk voor de meest betrouwbare voorspellingen zo dicht mogelijk bij de bron. Voor Oostenrijk is dat bijvoorbeeld het ZAMG, zeg maar de KNMI van Oostenrijk. Kijk voor meer info op www.zamg.ac.at

Nordstau en Südstau

Nordstau ontstaat wanneer vochtige lucht uit noordelijke richting tegen elkaar aan wordt gedrukt in de Alpen. Dit gebeurt vaak tussen een hogedrukgebied uit de Britse eilanden en een depressie uit Scandinavië. Dit leidt ten noorden van de Alpenhoofdkam tot sneeuwval. Bij zo'n noordelijke stroming tussen noord-west en noord-oost krijgt Oostenrijk de meeste sneeuw, maar er komen ook delen sneeuw terecht in Duitsland en Zwitserland. Een Südstau ontstaat op nagenoeg dezelfde manier, alleen komt deze uit zuidelijke richting en geeft vooral in de Zuid-Alpen veel neerslag.

Inversie

Inversie is een term uit de meteorologie die aangeeft dat de temperatuur een omgekeerd effect heeft. In plaats van dat het steeds kouder wordt naarmate je hoger  komt, wordt het nu juist warmer. Dit komt omdat koude lucht zwaarder is dan warme lucht, dit levert weer een hogere dichtheid op. Koude lucht heeft de neiging om te dalen, terwijl warme lucht de neiging heeft om te stijgen. Normaal wordt koude lucht aan de grond opgewarmd en warme lucht op grotere hoogte afgekoeld. Soms gebeurt het echter dat koude zware lucht de kans niet krijgt om op te warmen en blijft het op lagere hoogte hangen. Voor bij windstil weer kan inversie zich voordoen. Ben je op wintersport en is er sprake van inversie, dan kun je het beste hogerop gaan want daar is het een stuk warmer.

Kaiserwetter

Kaiserwetter is een typisch woord uit Duitsland en staat voor stralende zon en een wolkenloze blauwe hemel. Kortom het ideale weer om te skiën. Het is niet te koud, het zonnetje schijnt lekker en er ligt verse sneeuw op de pistes. Vergeet natuurlijk niet je zonnebril op te doen en je in te smeren tegen de felle zon.

Neerslag gemiddeld per jaar

De alpen zijn verdeeld over liefst 8 landen. Het grootste gedeelte ligt in Oostenrijk, gevolgd door Italië, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland. Neerslag is meestal gebonden aan storingen, die ten noorden en ten zuiden van de Alpen van west naar oost trekken. Een gevolg hiervan is, dat de totale neerslag in deze richting af gaat nemen. Door opstuwing valt de neerslag vooral tegen de berghellingen, met name tegen de noord- en zuidhellingen. De dalen, vooral de lengtedalen, zijn daardoor relatief droog. De minste neerslag valt in het dal van de Rhône, minder dan 600 mm per jaar; tegen de hellingen van de Walliser Alpen, op een afstand van ongeveer 30 km, wordt ongeveer de grootste neerslag uit het gehele gebied aangetroffen, iets meer dan 3200 mm. Of de neerslag als sneeuw of als regen valt hangt geheel af van de temperatuur. In de zomer bestaat de neerslag vaak in de hogere niveaus uit sneeuw, beneden uit regen. In het zuidelijk gedeelte van de Alpen valt de neerslag vooral in de vorm van hevige buien met een maximum in het najaar. In het noordelijk gedeelte is de neerslagintensiteit gewoonlijk kleiner maar duurt de neerslag langer, vooral in de winterperiode. Ook in de zomer komen daar buien voor, echter verandert de neerslag daar minder dan in het zuiden.

Sneeuwzekerheid

De meeste skigebieden zijn sneeuwzeker van medio december tot begin april. Wil je absolute sneeuwzekerheid, kies dan voor een gletsjerskigebied zoals Kaprun, Sölden of Hintertux. De sneeuwcondities zijn vaak minder goed als het weerfenomeen El Niño zich voordoet. Er zijn ook skigebieden waarvan de pistes zich grotendeels boven de 2.000 meter bevinden. Ischgl, Sölden en Val Thorens zijn hier voorbeelden van. Sneeuwt het niet genoeg maar zijn de temperaturen wel onder het vriespunt dan zijn de meeste skigebieden uitstekend in staat om hun pistes van kunstsneeuw te voorzien. Meestal is 65% van de pistes in een skigebied van sneeuwkanonnen voorzien en deze kunnen echt dé redding zijn van je vakantieweek!

Boomgrens en daling temperatuur

In de Alpen ligt de boomgrens tussen de 1800 en 2200 meter - daarboven kunnen geen bomen meer groeien. De temperatuur daalt logischerwijs hoe hoger je komt. Per 1000 meter is het gemiddeld 6 à 7 graden kouder. Dat is gemiddeld 0,6 graad per 100 meter. De grote vraag is natuurlijk waarom het kouder wordt. De oorzaken hiervan zijn sneeuwbedekking, droge lucht, uitzetten van lucht en schaduw. Iedere meter die je stijgt neemt de luchtdruk af. Hoe hoger je komt hoe droger de lucht ook wordt. Droge lucht koelt veel sneller af dan vochtige lucht. Met sneeuw bedekte oppervlaktes worden als het ware geïsoleerd en kaatsen licht af. Daardoor warmen ze minder goed op.

Sneeuwkanonnen

Een sneeuwkanon is een machine waar kunstmatig sneeuw mee wordt aangemaakt. Ze worden gebruikt wanneer sneeuwval uitblijft en het wintersportseizoen al is begonnen of voor de deur staat. De temperatuur moet wel net onder het vriespunt liggen om ze te kunnen gebruiken. Alle skigebieden gebruiken ze en in veel gevallen kunnen 65% van de pistes van kunstsneeuw worden voorzien.